Kerkuil, van elegante verschijning tot enorme schijtert

Foto Hans Peeters

Kerkuil, van elegante verschijning tot enorme schijtert

In het holst van de nacht klinken onheilspellende sissende geluiden en angstaanjagend gegil boven Gruttoland. De kerkuil is op jacht. De nacht is van hem en van haar en het minste muizengeritsel wordt de veroorzaker fataal.

Foto’s Lianne Otter

Kerkuilen zijn standvogels en broeden in boerschuren, loodsen, kerktorens en andere plekken waar speciale nestkasten opgehangen zijn. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was het slecht gesteld met de kerkuilenstand in Nederland. Openingen van schuren en kerken werden met gaas dicht gemaakt om te voorkomen dat kauwen en duiven er hun intrek namen. In Friesland werden de openingen in ûleborden van de boerderijen massaal afgesloten. Het gevolg was dat ook kerkuilen buiten gesloten werden en geen geschikte broedplaats konden vinden. De Friese Johan de Jong kwam in actie en ging langs boeren, dominees, pastoors en kosters. Bijna overal kreeg hij toestemming om een speciale nestkast  op te hangen. Door het gehele land volgden vogelwerkgroepen het voorbeeld van De Jong. De kerkuilenstand groeide van ongeveer 100 broedparen in de jaren zeventig tot bijna 3000 tegenwoordig.

Foto links: jonge kerkuilen – Bennie van der Weide; rechts kerkuil met prooi – Hans Peeters

De Friese Goudûle

De kerkuil is een fraaie verschijning en de Friese naam ‘Goudûle’ is treffend. De Franse naam ‘Dame Blanche’ is overigens ook perfect gekozen. Bij kerkuilen kennen we namelijk twee kleurvarianten; een donkere fase die een goudgeel verenpak heeft en een nagenoeg witte variëteit. Zie je een kerkuil ’s avonds of  ‘s nachts vliegen, dan lijkt het alsof er een witte doek door de duisternis wervelt. Of een elegante ballerina die door de donkere nacht danst. Onze boer Murk is echter niet zo onder de indruk van de oogstrelende verschijning. “Ze mogen elke kerkuil wel een luier omdoen,” schampert hij. “Je wilt niet weten hoeveel die beesten schijten als ze overdag op hun slaapplek zitten.” Ergens heeft Murk wel gelijk. Een kerkuil heeft overdag meestal een vaste slaapplaats. Die valt direct op door de spierwitte uitwerpselen die op de grond liggen of nog erger, op je auto. Alsof een schilder zijn kalkemmer heeft laten vallen.

Foto’s Hans Peeters

Geen nestkast

Een nestkast voor de kerkuil heeft Murk niet hangen. Kerkuilen eten vooral muizen, maar in muizenarme jaren schromen ze niet om ook weidevogelkuikens te pakken. Ook is het bekend dat kerkuilen nesten van boerenzwaluwen in stallen leegroven. Hele kolonies kunnen ze uitroeien. “Ik ga ze dus niet extra aantrekken, door een kast op te hangen,” aldus boer Murk. “Er broedt trouwens toch elk jaar wel een kerkuilenpaar in de buurt en ze slapen overdag wel in mijn loods.” Als vogelliefhebber heeft Murk stiekem toch wel een zwak voor de  indrukwekkende nachtvogel, maar de grutto en andere weidevogels staan bij hem vanzelfsprekend toch bovenaan.

Foto links: kerkuil met prooi – Hans Peeters; midden: kerkuil vliegt uit om op jacht te gaan – Hans Peeters; rechts: op de uitkijk – Lianne Otter

Kerkuilpaspoort

Wetenschappelijke naam: Tyto alba

Friese naam: Goudûle

Herkenning: grote uil met kenmerkend gezichtsmasker; zwarte ogen; twee kleurvarianten: nagenoeg wit en een donkere goudgele vorm

Lengte: 33 – 39 cm; iets groter dan een postduif; fors groter dan een steenuil

Spanwijdte: 80 – 95 cm

Geluid: zwijgzaam; sissende geluiden bij broedplaats en schelle kreten bij onraad

Voedsel: vooral muizen, maar ook ratten, spreeuwen, mussen en andere vogels (kuikens)

Gedrag: monogaam en paar verblijft ook buiten broedseizoen in zelfde territorium

Leefgebied: platteland

Nest: in holle bomen; vooral in nestkasten; legt eieren op een bedje van braakballen

Aantal eieren: 4 – 7 eieren; 1 legsel per jaar; in muizenrijke jaren wel 2 legsels

Broedduur: 30 dagen

Vliegvlug: vliegen na 50 dagen uit; daarna 3 – 5 weken van ouders afhankelijk

Trek: volwassen vogels zijn standvogel; jonge vogels blijven meestal in omgeving tot 50 km; kunnen verder uitzwermen tot zelfs in Spanje of Oekraïne

Voorkomen: broedparen 1250 – 2900; winteraantallen 4000 – 10.000

Foto’s Hans Peeters

 

Het bericht Kerkuil, van elegante verschijning tot enorme schijtert verscheen eerst op Agrarisch Natuurfonds Fryslân.